Als kind moest ik mijn vader wel eens helpen met het 'onkruid' weghalen tussen de tegels van de oprit. Het was best een leuk taakje en na afloop had je ook een concreet resultaat.
Toch vond ik dit soort taakjes ook wat overdreven. Er zaten leuke plantjes tussen dit 'onkruid', waarom moest ik deze weghalen? En waarom noemen we het eigenlijk 'onkruid'? Waarom wint de steen het van de plant? Hoezo vinden we het 'slordig' wanneer we dit taakje niet doen?
Ik ben opgegroeid in een wereldbeeld waarin de mens het middelpunt is. Waarin een dier wel leuk en schattig is, maar deze vooral niet zoveel denkt en voelt als wij mensen. En planten, ja planten mogen de mensen naar eigen hand schikken. Een groot gedeelte van dit beeld is ontstaan door hoe er wordt gepraat over andere levende wezens.
Door onze taal...
In de taal van het volk Potawatomi (inheemse mensen uit de VS en Canada) wordt elk levende wezen op gelijke voet gezet met de mens. Dat schrijft Robin Wall Kimmerer in haar boek 'Een vlecht van heilig gras'. Er is geen onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk; er wordt enkel onderscheid gemaakt tussen ‘bezield’ en ‘onbezield’. Ofwel: tussen dat wat leeft en dat wat niet leeft. “Het woord dat aangeeft dat je een persoon hoort, is heel anders dan het woord dat aangeeft dat je een vliegtuig hoort.” Zo zijn stenen, dieren, planten, rivieren en mensen bezield en ‘dingen’ die veelal gemaakt zijn door mensen niet bezield.
In het Engels en ook het Nederlands ben je een hij/zij/het: we maken onderscheid tussen dat wat mens is en dat wat een ding is. Het ontzegt daarmee als het ware alle levende wezens het recht om een persoon te zijn. Of zoals Robin nog stelliger zegt: “In het Engels is er maar één manier om respect en morele zorg te verdienen, en dat is door een mens te zijn. Dat is de arrogantie van de taal”
Misschien kunnen we ook in onze manier van praten dezelfde respect geven aan elk ander levende wezen, als wanneer we over personen praten. Denk bijvoorbeeld aan hoe een kind een persoon ziet in bijvoorbeeld een boom, een slak of een mier. We hebben dat als volwassenen verleerd en vinden dat misschien wat te 'zweverig'. Maar als we toe willen naar een wereld waarin de mens weer samenleeft met de natuur i.p.v. zichzelf hiervan apart zet, dan is taal een sterk middel om perspectieven te veranderen. We mogen kritischer zijn op hoe we onze taal gebruiken. En woorden zoals 'onkruid' mogen wat mij betreft verdwijnen uit ons woordenboek.
Comments